Belevenissen van twee B&B eigenaren in de Algarve
Een plot met een ruïne
DE WATERPUT (POÇO)
ofwel: hoe je je laat beduvelen!
We hebben het al aangekondigd: dit BLOG gaat over de poço, ofwel de oude waterput op het nieuwe land. Alhoewel we nu bijna 12 jaar in Portugal wonen, hebben we nog lang niet alles meegemaakt wat dit land te bieden heeft. Een heuse waterput hebben we bijvoorbeeld nog nooit gehad. Dat gebrek aan ervaring, een beetje impulsief reageren (Nicole) en vertrouwen in de mensheid, blijkt in dit geval een dodelijke combinatie die tot financieel debacle leidt. Want jongens, wat zijn we het schip in gegaan! Maar nu loop ik op de zaken vooruit. We beginnen vrolijk met een ploeg gespierde en “getatoode” mijnwerkers.
Sítio do Chão Limpo
Op ons nieuwe stukje grond bevindt zich dus een oude waterput. Het geval ligt helemaal open; de gaten zijn erin gevallen. Als eigenaar van een stuk grond, ben je verantwoordelijk voor de veiligheid op het terrein. Dus zodra we alle eigendomspapieren hebben getekend, gaan we op zoek naar iemand die de oude, vervallen put kan schoonmaken en repareren.
De offerte
In de Algarve heb je zulke bedrijven niet. Daar kennen we wel iemand die boorputten slaat, en dat heeft ook iets te maken met grondwater. Hem vragen we of hij iemand kent die de afdaling in onze put wil wagen. Laten we hem Jan noemen. Jan kent wel iemand. Op een dag worden we gebeld door ene mijnheer Gomes die zich voorstelt als puttenschoonmaak-expert. Hij heeft ons telefoonnummer gekregen van Jan, de boorputtenman, dus “dat zit wel goed”, denken we op dat moment nog.
Gomes maakt ons een offerte en we schrikken ons echt helemaal te pletter van de prijs die hij rekent. Maar ja … hij komt via Jan, die we goed kennen en die we blind vertrouwen, dus t moet maar. Volgens opgave, zal de beste man met een team van 3 mensen komen en hij gaat over de schoonmaak 2 dagen doen. We sputteren nog even over de prijs, maar volgens Gomes is die toch echt goed. We geven hem de opdracht en vragen geen alternatieve offertes aan. Hij komt immers aanbevolen door Jan. En die heeft ons nog nooit geflest. Dat blijkt de cruciale en een dure fout.
De staat van de waterput
De waterput is ruim 10 meter diep en op 7 meter begint het water. Aan de zijkant zit een gat. Hier is een deel van de aarde in de put gespoeld. Door dat gapende gat aan de zuidzijde zie je een oude ingestorte traditionele ingang waar vroeger een pomp moet hebben gestaan. Het ziet er allemaal niet heel reparabel uit. Volgens de waterputters echter, is het allemaal geen probleem. We maken hem schoon, stapelen er “gewoon” brede rioolbuizen in en gooien het rondom dicht met grind. Dat is waterdoorlatend en fungeert meteen als filter. Het zal wel, denken we. Dat is vast de manier waarop zo een reparatie altijd wordt gedaan.
Op 3 mei begint het stel. Tegen een uur of elf, na het ontbijt, rijden we naar het nieuwe terrein. Over de put heen is een stellage gebouwd. Daaraan hangt een lier en een grote kabel met een waterpomp. We hebben nog geen elektriciteit op het terrein dus een generator drijft het spul aan. Drie stoere mannen met enorme bicepsen kijken zwijgend in de put. Hij moet eerst leeg voordat ze kunnen beginnen.
De werkzaamheden
Na de lunch is het moment daar. We kijken een beetje verbaasd naar de bijna middeleeuwse manier van werken. Een grote metalen emmer, met daarop een niet gezekerde Tarzan, daalt af in de diepte. De arbeidsinspectie zou er de vingers bij aflikken! Halverwege bungelt inmiddels ook een bouwlamp anders ziet de mijnwerker in kwestie niet wat hij aan t doen is. Mocht de bouwlamp naar beneden lazeren, dan is meteen de man in de put geëlektrocuteerd. Als we de ploeg daarop wijzen, doen ze een beetje lacherig. Met een emmertje en een schepje, maar dan groot formaat, begint het leegscheppen. We kijken elkaar een beetje benauwd aan. Met deze werkwijze kan je een klus lekker rekken….
De emmer wordt met enige regelmaat omhoog gehesen en de prut wordt in een gereedstaande kruiwagen gekiept. Deze wordt vervolgens weer ergens op het terrein uitgereden. Het is echt te klungelig voor woorden. Na 2,5 dag zijn de heren klaar. Nou ja … is de put schoon volgens hen. Er is nog niets gerepareerd en ook de rioolbuizen zitten er nog niet in. Wel krijgen we voor deze eerste twee dagen een rekening van 3 dagen werk, waarvoor je ook nog eens een keer twee keer een wereldreis kunt maken. HO!, roepen we en we gaan in protest.
Ruzie
We starten een onderzoek dat we natuurlijk veel eerder hadden moeten doen, namelijk een prijsvergelijking. Eigenlijk alle kleine mijnbouwbedrijven die dit werk uitvoeren komen uit Noord-Portugal. Ze werken stuk voor stuk door het hele land. Wat blijkt: het bedrijf dat bij ons werkt, is gewoon een soort oplichtersbende. Ze berekenen ons ongeveer driemaal zoveel dan een normale prijs. Eigen stupiditeit natuurlijk, maar geheel tegen onze gewoontes (afspraak is afspraak) in, weigeren we te betalen. Want, ordinair gezegd: het is op zich niet erg om genaaid te worden, maar we kiezen toch graag zelf uit door wie!
Natuurlijk krijgen we van Gomes het argument dat we dat van tevoren hadden moeten bedenken. Daar heeft hij wel een beetje gelijk in natuurlijk. Daartegen voeren we aan dat Jan wel te vertrouwen is en dat we dus niet verwacht hadden belazerd te worden door een bekende van Jan. Dat de wereld ziek is, als je daarvan uit moet gaan bij alles. We houden voet bij stuk. Wij roken geen onraad. Daar hadden we geen reden toe. Dit werk kennen we niet, dus geen idee dat we belazerd werden. We hebben op zich vragen gesteld over de prijs maar die zijn weggewuifd. Moeten we gestraft worden omdat we te goed van vertrouwen zijn? Misschien een beetje wel. Maar helemaal pikken we het toch niet! Vanzelfsprekend betalen we zijn rekening, maar dan wel een normale prijs. Inmiddels hebben we drie vergelijkende offertes, we hebben bewijs dat zijn rekening is geschreven met een zes-tandige vork.
Handjeklap
Gomes belt en belt en schreeuwt en brult. Hij weigert iets op papier te zetten; hmmm…dat geeft ook te denken. We blijven stoïcijns en beleefd voet bij stuk houden. Dan wil hij ons live spreken. Op het terrein. Tsja… zeggen we tegen elkaar. Straks staat hij daar met een knokploeg op ons te wachten. Dan zijn we natuurlijk toch maar twee vrouwen die fysiek tegen een paar sterke kerels niet zijn opgewassen. Aan de andere kant heeft hij er wel recht op om ons in de ogen te kijken en het moet ook opgelost. Dus, lafbekjes die we zijn, vragen we toch een gespierde vriend om even mee te gaan. Hij hoeft niks te zeggen, maar we voelen ons wel beter met hem in de buurt.
Lang verhaal kort; het wordt handjeklap. Wij water bij de wijn; Gomes water bij de wijn en we spreken een prijs af waar wij nog steeds van stuiteren en waar hij van moet huilen. Iedereen ontevreden is ook een deal, zeggen we dan maar. We betalen voor onze stupiditeit en goedgelovigheid. Hij baalt omdat hij dacht dat hij ons kon strippen en dat is niet gelukt.
Aan het eind van het gesprek vraagt hij tot onze verbijstering wanneer hij de klus mag afmaken. NOOIT, gillen we in ons hoofd!! Het werk mag zeker niet door hem worden afgemaakt. We zeggen hel beleefd dat we eerst nog even moeten sparen om zijn tarieven te kunnen betalen.
En weer door !
De door hem voorgestelde rioolbuizen-oplossing blijkt achteraf ook nog eens een slechte oplossing. We verliezen daarmee 60% van de capaciteit van de put en dat kan niet de bedoeling zijn. We besluiten voorlopig maar wat netten over het gat te mikken om te voorkomen dat er iemand (mens of dier) invalt en we zetten het geheel af met rood-witte linten. Nu gaan we rustig op zoek naar een professional waarmee we van tevoren een nette totaalprijs afspreken. Wij hebben ons (dure)lesje weer geleerd. Op naar het volgende avontuur! We zijn een hele ervaring rijker, en een mooie illusie en een hoop geld armer. Lesje geleerd!